Motorcross is allang niet meer alleen iets voor professionals met fabriekssteun en dure trucks. In Nederland zijn er honderden liefhebbers die gewoon in het weekend of na werktijd op de motor stappen, de modder in, en even alles vergeten.
Maar als je niet in de MXGP rijdt en gewoon een plek zoekt om legaal te crossen, dan is het soms best zoeken. Waar mag je als amateur terecht, wat heb je nodig, en welke banen zijn de moeite waard?
Waarom Nederland ideaal is voor amateurs
Een van de sterke punten van de Nederlandse motorcrosscultuur is hoe toegankelijk ze is. Er zijn tientallen goed onderhouden circuits verspreid over het hele land, en de verenigingen worden vaak gerund door vrijwilligers die het doen uit liefde voor de sport. Je ziet families langs de baan, kinderen die op 50cc-motortjes rijden en vaders die aan hun oude Honda’s sleutelen. Het is geen elitaire sport; iedereen hoort erbij.
Bovendien is Nederland, ondanks zijn beperkte oppervlakte, behoorlijk divers in baanoppervlaktes. Van diepe zandbanen tot harde klei, elke regio heeft zijn eigen karakter. En dat maakt trainen hier niet alleen legaal en veilig, maar ook afwisselend.
Of je nu in het noorden in de modder rijdt, in het midden techniek traint op harde ondergrond, of in het zuiden de hoogteverschillen opzoekt, er is altijd wel een plek waar je als amateur je motor kunt laten grommen zonder gedoe.
Dat maakt de sport dan ook razend interessant voor fans die er graag eens een gokje op wagen. Er is zoveel variatie, er zijn zoveel factoren die de uitslag van een race bepalen – hierdoor zijn er dan ook heel veel interessante weddenschappen. Je kan best eerst een goede gids voor sportweddenschappen doornemen, zodat je goed weet waar je op moet letten en waar je veilig een inzet kunt doen.
Noord-Nederland: veel ruimte, veel zand
In Drenthe en Groningen vind je enkele van de populairste amateurcrossbanen van het land. Het circuit van Emmen is bijvoorbeeld bekend om zijn zanderige ondergrond en ruim baanontwerp, perfect voor wie nog niet zo ervaren is. Ook Veendam heeft een baan die goed onderhouden wordt en toegankelijk is voor rijders van alle niveaus.
Verder naar het noorden ligt Delfzijl, waar regelmatig trainingsdagen worden georganiseerd. De banen in deze regio staan bekend om hun gemoedelijke sfeer: iedereen kent elkaar, je helpt elkaar met sleutelen, en er is altijd koffie bij de kantine. De omgeving maakt het bovendien extra mooi: brede landschappen, frisse lucht en veel rust, behalve dan het gebrul van de motoren natuurlijk.
Midden-Nederland: centraal en goed bereikbaar
Als je wat centraler in het land woont, zit je ook goed. Utrecht en Gelderland hebben verschillende circuits waar amateurs welkom zijn. Denk aan Vledderveen, Arnhem, en de populaire baan in Heerde. Heerde is een klassieker binnen de Nederlandse motorcrosswereld. Hoewel er ook nationale wedstrijden worden gehouden, zijn er trainingsmomenten voor amateurs en jeugd.
In Utrecht is het circuit van Benschop een vaste waarde. Niet te groot, goed overzichtelijk en ideaal voor wie net begint of gewoon wat wil bijschaven aan z’n techniek. De ondergrond is meestal hard en snel, wat het een totaal andere ervaring maakt dan de zandbanen in het noorden.
Ook Apeldoorn en Ede hebben crossclubs met eigen banen. Die zijn niet enorm, maar ze zijn perfect voor korte sessies of doordeweekse trainingen. Het voordeel van deze regio is dat de circuits goed bereikbaar zijn, je hoeft geen uren te rijden om even te kunnen knallen.
Zuid-Nederland: het hart van de Nederlandse motorcross
In Brabant en Limburg klopt het hart van de Nederlandse motorcross. Hier liggen de meeste banen per provincie, en de traditie gaat tientallen jaren terug. Namen als Lierop, Reusel, Berghem en Venray doen bij veel rijders meteen een belletje rinkelen.
De baan van Lierop is legendarisch. Daar hebben wereldtoppers als Jeffrey Herlings (die er vorig jaar nog dagwinnaar werd in de Dutch MX Season Opener) en Stefan Everts getraind, maar ook amateurs mogen er rijden tijdens specifieke trainingsuren. De zandbak van Lierop is zwaar, fysiek veeleisend en uitdagend, maar dat maakt het juist zo’n mooie plek om jezelf te testen.
Berghem bij Oss is iets vriendelijker voor de beginnende rijder. De club organiseert vaak open trainingsdagen, en de baan is breed, goed onderhouden en heeft een mix van zand en harde stukken. Ook Venray is populair vanwege de ligging en de faciliteiten: ruime paddocks, een gezellige kantine en goede veiligheidsvoorzieningen.
In Limburg vind je ook een aantal fraaie locaties, zoals in Baarlo en Meijel. Die banen hebben vaak een glooiend karakter door het natuurlijke landschap, waardoor je meer hoogteverschillen hebt dan elders in Nederland. Dat maakt het rijden afwisselend en technisch interessant.
