Net voor de start van het EMX125-seizoen dit weekend in Sardinië spraken we met teammanager Daniele Marchese van het Fantic Factory Racing EMX125-team. Hij begeleidt onze landgenoot Douwe Van Mechgelen naast de Hongaar Noel Zanocz en de Italiaan Simone Mancini.
Van Mechgelen werd tiende in Riola Sardo eerder dit jaar en scoorde een week later een fraaie zesde plaats in Mantova. De Arendonkenaar heeft zich prima aangepast aan de Fantic XX125 en lijkt hersteld van zijn knieblessure die hij vorig jaar opliep.
Na het runnen van officiële teams voor Yamaha en Beta werd jouw team geselecteerd om het Fantic Factory raceprogramma in EMX125 te managen. Hoe was die verandering van klasse voor je team?
Daniele Marchese: “Het was een grote verandering omdat we de afgelopen vier seizoenen MXGP hebben gereden en het is niet makkelijk om deze overstap te maken. We hebben nooit met tweetaktmotoren geracet en ook al is het een Europees kampioenschap, we moeten ons maximaal blijven inzetten en professioneel blijven.”
“We hebben het geluk gehad om zowel in de EMX250 als in de MXGP te rijden, maar altijd met viertaktmotoren. Moderne viertaktmotoren vormen een ander soort uitdaging, denk maar aan het belang van elektronica, maar tweetaktmotoren zijn heel anders. Ook zeer geavanceerd op hun eigen manier moet ik daaraan toevoegen. Eigenlijk zijn er nog maar weinig mensen die weten hoe ze op een hoog niveau aan tweetaktmotoren moeten werken.”
“Ten tweede betekent het werken met jonge rijders dat we veel meer betrokken moeten zijn bij hun voorbereiding. Dit vergt veel inzet en dagelijkse opvolging. Het managen van
MXGP-rijders is in dat opzicht gemakkelijker. Zij zijn ervaren professionals en weten wat ze moeten doen. Het is niet nodig om ze elke dag direct te ondersteunen.”
Sinds de komst van Fantic in de EMX125 vier jaar geleden, en de titel van Andrea Bonacorsi, is Fantic het meest opvallende team in de serie. Brengt dat een extra soort druk met zich mee?
Daniele Marchese: “Fantic heeft een winnende reputatie opgebouwd en indrukwekkende resultaten behaald in de EMX125-klasse. Hierdoor voelen we ons natuurlijk verantwoordelijk voor het handhaven van een zeer hoog prestatieniveau. Maar elk jaar is anders. De motoren zijn anders en de rijders zijn ook allemaal nieuw. We zullen nog steeds ons best doen om op de ingeslagen weg door te gaan, plus de Fantic XX 125 is absoluut een geweldige motor!”
Fantic heeft nu een duidelijke piramide met officiële deelnemers in EMX125, EMX250, MX2 en MXGP. Hoe belangrijk is dit om getalenteerde jonge rijders aan te trekken?
Daniele Marchese: “Ik denk dat de keuze om meer GP-teams te creëren, tot MXGP toe, de juiste is. Veel rijders willen geen EMX250 rijden op een tweetaktmotor. Er was dus een risico om geen sterke EMX125 rijders aan te trekken. Het hebben van teams in alle klassen geeft rijders het vooruitzicht om te groeien en een jarenlange relatie met Fantic op te bouwen. Dit is geruststellend en geeft stabiliteit. Ze weten dat ze door zich te engageren echte professionals kunnen worden in het wereldkampioenschap motorcross, helemaal tot aan de hoofdklasse.”
Je hebt één van je voormalige renners, Michele Cervellin, aan boord gehaald als coach. Hoe gaat het in zijn nieuwe rol?
Daniele Marchese: “We hebben in 2020 ons MXGP-debuut gemaakt met Michele. Aan de ene kant was hij een uitstekende professional als rijder en hij bewijst hetzelfde te zijn als rijderscoach. Op het gebied van rijvaardigheid en rijtechnieken was Michele altijd uitmuntend, dus dat geeft hem een scherp oog. Aan de andere kant is er veel geduld nodig als je 16-jarigen begeleidt! Normaal gesproken staan deze jongens onder de vleugels van hun ouders en die afstandelijkheid kan in het begin voor problemen zorgen. Het is niet makkelijk om ze het belang van professioneel gedrag en gewoontes op en buiten de baan bij te brengen. Maar Micky zet zich enorm in voor de rijder en dat is bemoedigend.”
Er was maar één rijder, Vitezslav Marek, die in de klasse bleef en Noel Zanocz voorbleef in de eindstand van 2023. Maakt dat Noel Zanocz een van de favorieten voor de EMX125-titel?
Daniele Marchese: “Noel is zeker een rijder die voor het podium kan vechten. Hij is erg vastberaden en weet wat hij wil. Eerder dit seizoen liet hij zijn snelheid al zien in de Internazionali d’Italia waar hij tweede werd. Dus ik denk dat hij zich goed heeft aangepast aan de Fantic. Logischerwijs zou hij daar moeten staan en hetzelfde geldt voor Simone Mancini.”
“Hij werd aan het eind van vorig seizoen al 2de in Matterley Basin en pakte brons in het 125cc Junior wereldkampioenschap. Je kunt zien dat hij wat momentum achter zich heeft. Simone had pech in de Internazionali, maar hij kan zeker samen met Noel voor het podium strijden. Het valt echter niet te ontkennen dat het niveau in de EMX125 steeds beter wordt. Naast het officiële Yamaha-team komt ook KTM met een officieel team, dus het zal zeker niet makkelijk worden.”
De nog erg jonge Douwe Van Mechgelen begint aan zijn tweede EMX125 seizoen. Hij is sterk teruggekomen na een knieblessure. Waar zie hem dit jaar finishen? En hoe zie je de evolutie van Zanocz en Mancini?
Daniele Marchese: “We hebben inderdaad drie hele sterke rijders, elk met hun eigen sterke punten. Met Noel en Simone verwachten we voor het podium te kunnen vechten. Zoals je al zei is Douwe jonger, maar hij heeft zeker de snelheid om voor de top-5 te kunnen vechten als hij zich goed voelt. Voor deze jonge rijders is het een grote uitdaging om constant te blijven, maar ons doel is duidelijk: we willen het succes dat Fantic de afgelopen jaren heeft behaald voortzetten!”
Jij en Fabio Tognella leiden het SDM Corse team sinds 2003, eerst lokaal en later in GP’s. Wat is het geheim om zo lang een motorcross team te leiden?
Daniele Marchese: “Ik heb samen met Fabio jarenlang deze geweldige reis gemaakt. Van lokale wedstrijden tot MXGP, we willen het zo goed mogelijk doen maar er ook plezier in hebben. Vandaag de dag vereist motorcross heel belangrijke persoonlijke budgetten of, zoals in ons geval, het vermogen om je aan te passen aan de moeilijkheden of kansen die zich voordoen. Natuurlijk moet je gepassioneerd en gemotiveerd zijn, maar dat geldt voor alles wat je wilt bereiken, toch? Ik zou zeggen dat je vooral veel geduld nodig hebt…”
