Het Van Venrooy KTM-team hoefde voor de vijftiende ronde van het MX2 Wereldkampioenschap niet ver te reizen, aangezien het kampioenschap zijn jaarlijkse stop maakte op het iconische circuit van Lommel in België — algemeen beschouwd als het zwaarste circuit op de kalender. Door hevige regenval in aanloop naar het weekend, was het zware zand nog verraderlijker dan normaal, wat de rijders zowel fysiek als mentaal tot het uiterste dreef.
De jonge Nederlandse belofte Cas Valk liet gedurende het weekend mooie dingen zien en toonde zijn potentie. In de kwalificatiewedstrijd op zaterdag moest Valk na een matige start als veertiende aan de wedstrijd beginnen, maar hij herpakte zich goed en wist verschillende rijders te passeren. Hij eindigde uiteindelijk op een elfde plaats.
In de eerste manche op zondag kende Valk een veel betere start en kwam hij als tiende door na de eerste ronde. Naarmate het circuit steeds zwaarder werd, bleef hij kalm en reed hij een sterke wedstrijd waarmee hij als zesde over de finish kwam – een knappe prestatie onder de zware omstandigheden.
Helaas verliep de tweede manche minder succesvol. Een valpartij direct na de start dwong hem om achteraan te beginnen. Valk toonde veerkracht en wist zich terug te knokken richting de punten, maar een tweede valpartij halverwege de manche betekende vroegtijdig einde van zijn race. Ondanks deze tegenslag was het weekend als geheel een positieve stap vooruit voor Valk. Hij bewees dat hij zich kan meten met de wereldtop in de MX2, zelfs onder de moeilijkste omstandigheden.
Het team geniet nu van een korte pauze voordat het afreist naar Uddevalla in Zweden voor de zestiende ronde van het wereldkampioenschap.
Cas Valk (14e in het dagklassement):
“De eerste manche voelde eindelijk weer als een goede race. Jammer van de crash bij de start van de tweede manche, want ik voelde me goed en was klaar voor nog een sterke rit. Mijn lichaam heeft nu wat tijd nodig om te herstellen, zeker na de crash in Loket en opnieuw bij de start hier. We zijn er weer bij in Zweden.”
Photocredits – Juan Pablo Acevedo
